The Department of Dutch and South African Studies
Wydział Anglistyki - UAM w Poznaniu
UAM Poznań
Wesja dla komputerów
The Department > Dutch Studies

Ted Laros (Nijmegen)

“Immature, Uneducated or Uncivilised Persons”: Juridische conceptualisaties van “zwakke” (en “sterke”) lezers in 19e- tot 21e-eeuws Zuid-Afrika

In 1857 werd de Obscene Publications Act – ook bekend als Lord Campbell’s Act – aangenomen door het Britse parlement. Het was de eerste wet specifiek ontworpen ter bestrijding van obscene producten die ooit opgenomen werd in de wetboeken van Groot-Brittannië. Vergelijkbare wetgeving werd al snel ingevoerd in de Britse koloniën. In 1868 verkreeg de wet middels Chief Justice Cockburn’s oordeel in de zaak R v Hicklin een interpretatie die vele decennia lang leidend zou blijven in de juridische regulering van obsceen materiaal in de gehele anglofone wereld – inderdaad vormde hij lange tijd ook het belangrijkste precedent voor obsceniteitszaken in de VS. In zijn opinie had Cockburn verklaard: ‘I think the test of obscenity is this, whether the tendency of the matter charged as obscenity is to deprave and corrupt those whose minds are open to such immoral influences, and into whose hands a publication of this sort may fall’. Cockburn’s obsceniteitstest werd niet verworpen in de VS vóór de jaren ‘30; in GB lijkt hij zelfs dominant te zijn gebleven tot in de late jaren ‘50.
Eén van de belangrijkste premissen die ten grondslag lagen aan de wetgeving rond obsceniteit in de Anglo-Amerikaanse invloedssfeer was dat er globaal genomen twee typen lezers bestaan: kwetsbare en onkwetsbare – of althans minder kwetsbare – en dat het eerste type beschermd diende te worden. Deze notie van twee lezerschappen waarvan er één behoefte had aan bescherming was echter niet typisch voor het Anglo-Amerikaanse recht: ze lijkt dominant te zijn geweest in het hele Westen. Verder lijkt het erop dat dit paternalisme een direct resultaat was van twee grote culturele en sociale ontwikkelingen die plaatshadden in de negentiende-eeuwse Westerse wereld: het ontstaan van literaire velden (sensu Bourdieu) en de snelle toename van geletterdheid – ontwikkelingen die op hun beurt een direct gevolg waren van twee andere grote negentiende-eeuwse fenomenen: economische en politieke liberalisering. Met de institutionalisering van dit paternalisme dreigde de autonomie van wat gezien werd als het on- of minder kwetsbare type lezer echter ingeperkt te worden – een onbedoeld neveneffect van het internationale corpus van obsceniteitswetgeving dat was ontstaan.
Vanuit een interdisciplinair standpunt waarin theorieën en methoden uit de cultuursociologie, rechtswetenschap en vergelijkende literatuurwetenschap samenkomen, zal dit paper de evoluerende concepten betreffende lezerschap in 19e- tot 21e-eeuws Zuid-Afrika beschrijven en verklaren. Het paper zal onder andere in kaart brengen hoe de in Engeland gehanteerde juridische concepten en procedures vertaald werden in deze natie teneinde ze passend te maken voor de (post-)koloniale context en op welke manieren de infame traditie van apartheidscensuur van invloed was op het constitutionele en statutaire raamwerk dat gecreëerd werd in het nieuwe, democratische Zuid-Afrika.

Home (The Department)
Wersja dla komputerów
Dutch Studies
Wiadomości
Program studiów
Pracownicy
Dydaktyka
Zdjęcia
Linki
Kontakt
South African Studies
Wiadomości
O nas
Program studiów
Pracownicy
Studenci
Zdjęcia
Kontakt
Werkwinkel
Home
About us
Publications
Contributions
Reviewers
Werkwinkel library
Order
Webmaster: Bas van der Ham