De zestiende-eeuwse moraliteit Elckerlijc is een van de weinig teksten die in bijna alle Nederlandse ‘canons’, shortlists en andere aanbevelingslijsten wordt genoemd. Het verbaast ook niet dat dit een van de weinige teksten uit de Nederlandse middeleuwen is die in naar verschillende talen is vertaald en waarvan de inhoud in verschillende culturen is bewerkt. Er bestaan zeker twee Poolse vertalingen van deze Nederlandse tekst, de eerste uit 1921 door Jarosław Iwaszkiewicz (Kwidam), de tweede uit 1933 door Stanisław Helsztyński (Każdy (Everyman) : średniowieczny moralitet angielski). Voor zover bekend werd de tekst echter nooit direct uit het Nederlands vertaald, Iwaszkiewicz heeft de Jedermann van Hugo von Hofmannsthal als bron genomen, Helsztyński de zestiende-eeuwse Engelse vertaling. Beide toneelstukken werden in Polen gespeeld hoewel waarschijnlijk de tekst altijd nog door de makers van toneel werden bewerkt. De eerste kwestie die ik wil bespreken is in hoeverre de
Poolse vertalingen op de Nederlandse tekst (kunnen) teruggaan. Het antwoord kan zowel de analyse van de teksten zelf geven als ook, indien mogelijk, de aantekeningen van de vertalers. De vraag blijft echter in hoeverre deze vertalingen die door bemiddeling van een derde taal zijn ontstaan het beeld van de Nederlandse literatuur in Polen hebben beïnvloed. De auteurs van de vertalingen geven zelf niet aan dat de vertaalde teksten ook eigenlijk een vertaling waren. Hoe wordt dat echter in secundaire literatuur weergegeven? Worden de teksten van Iwaszkiewicz en Helsztyński enkel gezien als receptie van Duitse respectievelijk Engelse literatuur of bepalen ze ook het beeld van de Nederlandse literatuur mede? In hoeverre is het bekend dat het verhaal uit de Nederlanden afkomstig is? Deze vragen wil ik in mijn presentatie op grond van analyse van secundaire literatuur beantwoorden.