Wat is de rol van vrouwen, Europese “force in history”, in het Nederlandse literaire veld? In 1863 beklaagt een (anonieme) recensent zich in de Vaderlandsche Letteroefeningen: 't Schijnt tegenwoordig wel mode te worden dat de dames boeken schrijven of zich in hare ledige (!) uren met het vertalen van buitenlandsche werken bezig houden, en 't is dan ook niet te verwonderen, dat die schrijfjeukte dier bas-bleus (zoo noemt men ze immers?) aangevuurd wordt, als mannen van naam (sic!) zich leenen om er eene aanbeveling of een berigtje voor te plaatsen, ietwat in den trant van wijlen den schrijver der Leekedichten [P.A. de Genestet], die er bijzonder slag van had om dames te coifferen (geijkte uitdrukking). Inderdaad is het aantal Nederlandse schrijfsters en vertaalsters in de tweede helft van de 19e eeuw aanzienlijk. Ongetwijfeld speelt de grote aanwezigheid van buitenlandse schrijfsters hier een rol: de auteurs daarvan zullen een voorbeeldfunctie hebben gehad. Hun werk (met name hun romans) werd in Nederland volop vertaald, verkocht, uitgeleend, gelezen en becommentarieerd. Daarentegen zijn de meesten van deze Nederlandse schrijfsters niet blijvend in de literatuurgeschiedschrijving terechtgekomen. Nogal gemakkelijk wordt daarbij soms aangenomen dat mannelijke vooroordelen tegenover de capaciteiten van vrouwen in het spel zijn – alhoewel duidelijk is dat ook Johanna Naber en Annie Romein-Verschoor hier steentjes hebben bijgedragen. De problematiek van de perceptie van literaire waarde vs het eventuele historische belang van deze schrijfsters is de laatste jaren bestudeerbaar gemaakt door het bijeenbrengen van relevant empirisch
materiaal. Binnen diverse elkaar opvolgende digitaliserings-, onderzoeks- en netwerkprojecten (NWO, COST, HERA) is in de database “WomenWriters” een omvangrijke hoeveelheid data opgenomen over receptie en invloed van schrijfsters uit Europese landen op elkaar en op hun andere lezers en lezeressen.
In de hierbij voorgestelde bijdrage zal ik/zullen wij deze tool en de erin aanwezige data gebruiken om inzicht te krijgen in de manier waarop deze schrijfsters in Nederland werden ontvangen. In het bijzonder gaat het daarbij om de vraag naar het eventuele verschil tussen reacties afkomstig van mannen en van vrouwen: is de mening van deze laatste categorie wel voldoende meegewogen ?